Remmen en tempocontrole

Harddravers, hard kunnen ze.. en soms is te hard gaan een probleem onder het zadel. “mijn paard is soms niet terug te nemen”, “mijn draver draaft altijd zo hard” en “ontspannen draven is onmogelijk” zijn uitspraken die veel voorkomen en vaak prima op te lossen zijn.
Daar ga ik graag op in met deze blog, ik geef alvast één tip weg; trekken heeft geen enkel nut, dravers zijn in de koers gewend om op het bit te lopen met teugel contact, op die manier kan de pikeur voelen ‘wat hij nog in handen heeft’, maw woorden, wat er nog in de tank zit, een draver die moe is voel je in je handen doordat je je (teugel)contact met de lijnen verliest.

Waarom gaan dravers hard onder het zadel?
Dit kan meerdere oorzaken hebben, om te beginnen het weglopen voor druk/pijn. Een ontspannen, maar actief paard kan dit uitvoeren vanuit souplesse, wanneer bijvoorbeeld de rug problemen vertoont door rugpijn of een slecht passend zadel, kan deze nooit de rug ontspannen en daarom ook nooit een fijn ontspannen tempo aannemen. Het is dus altijd verstandig om je paard te blijven managen op gezondheid, zodat er geen pijnklachten verantwoordelijk zijn voor dit gedrag.

Ook de ruiter kan een grote rol spelen, met name als deze niet voldoende balans heeft.
Zie het als fietsen, toen we net leerden fietsen hadden we nog weinig balans om recht uit te kunnen fietsen, we moesten dan ook zorgen dat we bleven doortrappen met voldoende snelheid, want haalde je de snelheid eruit, dan viel je om. Dit is hetzelfde met je paard, die vindt het heel lastig om telkens uit balans te worden gehaald door een ruiter in disbalans en zal gaan versnellen. Wordt jouw balans beter? Dan kan jouw paard makkelijker een meer ontspannen tempo aannemen.

Vaak zie ik ruiters met te lange beugels rijden waardoor ze hun onderbenen naar voren strekken om druk te kunnen houden op hun beugels, daarmee druk je jezelf uit balans, je benen naar voren, je zitvlak naar de lepel(achterkant) van je zadel en je bovenlichaam weer naar voren waardoor je meer teugelcontact aanneemt.
Doe je beugels een gaatje (of 2) korter zodat je je hakken recht onder je bekken kan positioneren, zo krijgt je knie een kleinere hoek en blijf je makkelijker in het midden van je zadel. Hierdoor zit je balans punt in je onderlichaam en kan je bovenlichaam ontspannen.
Dit is niet alleen een belangrijk basis onderdeel in dressuur oefeningen, ook is dit heel belangrijk op buitenrit, Als jij als ruiter meer in balans zit, kost het je minder energie en hou je het langer vol zonder pijntjes en je paard idem!

Als je dit gedeelte voor elkaar hebt kunnen we het paard leren op onze zit in tempo terug te komen, immers onze balans is nu (meer) in orde en ons paard is blokkade en pijn vrij.
We beginnen in stap en nemen de teugels op maat.De stap is een mooie rollende gang en die willen we graag behouden voor optimaal gebruik van het lichaam, daarbij moeten we het paard volgen.
Ontspan je schouders, armen en handen en laat je meenemen in de beweging van je paard. Op het moment dat je paard jouw zitvlak naar achteren laat rollen, beweeg jij je armen naar voren. Rolt jouw zitvlak weer naar voren, dan komen je armen weer terug naar je toe bewegen.

Daarna kun je wat gaan spelen met je zithulp, we gaan het paard langzamer onder ons laten stappen. Allereerst stabiliseer je je onderrug door deze boller te maken en je navel naar je rug te brengen. Wanneer je namelijk met een holle rug rijdt golft de onbalans door in je andere ledematen.
Heb je het gevoel van de wat bolle onderrug te pakken? Dan gaan we in onze zit iets minder mee in de beweging, we gaan iets statischer zitten. Denk hierbij aan je armen en handen, deze blijven ontspannen omdat we niet gaan remmen op onze handen! Oefen dit een paar keer voor een aantal passen om je paard te laten wennen aan deze zithulp, ze gaan het antwoord snel zelf vinden en dan voel je een langzamere stap onder je.

Daarbij kun je ook heel mooi de kniehulp gebruiken als rem. Denk hierbij aan het remmen met je fiets, we hebben een achterrem en voorrem, bij de voorrem kiepen we iets naar voren omdat de achterkant van de fiets niet geremd wordt, dit komt op hetzelfde neer wanneer we met onze handen remmen. Maar we willen graag de hele fiets remmen en dus gebruiken we de rem op het achterwiel, dat voelt veel fijner. Hetzelfde met een paard, we gaan het achterste stuk remmen. Draai je hakken iets naar buiten(zonder te ver naar beneden uit te drukken!)  zodat je knieen aan het zadel komen, nu ga je in het ritme iets knijpen met je knieën zonder dat je jezelf uit balans haalt. Je remt dus pompend; knijp-los-knijp-los. Oefen dit een paar keer. Vooral de sensibele paarden hebben dit snel genoeg door!

Onder controle? Dan gaan we draven!

Ga meteen in de eerste drafpas lichtrijden en zoek je balans. Hakken weer naar buiten draaien zodat je mooi contact houd met je knieën en bovenbenen. Nu gaan we het tempo controleren met het lichtrijd-tempo. De veelgemaakte fout is namelijk dat de ruiter sneller gaan lichtrijden als het paard versnelt, hierdoor blijf je in een vicieus cirkeltje van elkaar laten versnellen. We gaan dus rustiger en langzamer lichtrijden. Als je goed met je bovenbenen en knieën aan het zadel blijft zul je merken dat je een zacht teugel contact kunt houden omdat de balans niet meer uit je bovenlijf hoeft te komen. In het rustige lichtrijden kun je steeds meer proberen een langzamer tempo te pakken en wellicht al een overgang te maken naar de stap. Ook in draf kun je je knieën gebruiken als extra remmende hulp, doe dit ritmisch in je het draftempo.

Heb je nu een draver die bij het aandraven er vandoor raced?
Dan doen we even een stapje terug.
Bij het aandraven blijf je ontspannen en lichtjes in je handen, beweeg lekker mee met je handhouding, maar stabiliseer je onderrug. Check ook weer even of je onderbeen mooi terug ligt en je niet je onderbeen naar voren drukt. Nu drijf je lichtjes met je kuiten aan, immers je wilt je paard in één lichte verende beweging laten aandraven, draven moet een fijne associatie worden. Zodra je de eerste drafpas voelt houd je je knieën eraan en ga je langzaam lichtrijden, je gaat in je hoofd al bedenken dat je in een paar passen terug in stap wilt zijn. Als je paard er doorheen loopt mag je als noodrem een halve ophouding maken met je teugels, maar deze moet in het ritme zijn, meteen weer loslaten en de beweging moet komen vanuit je elleboog die naar achteren beweegt ipv je hand je trekt. Dit proces kun je steeds wat verder uitbreiden naar langere stukjes draf.

En tot slot, vergeet je paard niet te belonen bij elk goed antwoord! Hoe meer je je paard bevestigd, hoe meer plezier en ontspanning er in jullie rijden komt.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Facebook
Instagram
YouTube