Meerganger of Schweinepass?

Naast de draf heeft een draver uiteraard ook andere gangen, naast de stap kunnen ze (leren) galopperen, zonder uitzondering. Maar er zijn ook dravers die aanleg hebben voor alternatieve gangen, de zogeheten meergangers. Maar als je paard een andere gang toont dan stap, draf of galop, spreken we dan van een meerganger..? In de meeste gevallen is het antwoord nee. Helaas is het tonen van een niet correcte alternatieve gang niet bevordelijk voor je paard, en daar wil ik je graag wat meer over vertellen.

Schweinepassen is een benaming die je veel zal horen, hiermee wordt aangeduid dat een paard in een vals getoonde alternatieve gang loopt.
Het lijkt veel op telgang, want dit is net als Schweinepass een laterale gang en ook iets waar dravers aanleg voor kunnen hebben, vooral in Amerika is hier een hele fokrichting van en worden deze telgangers Pacers genoemd, zij lopen in pace koersen op hoge snelheid in tweetakt telgang.

Uit Amerikaans onderzoek is zelfs gebleken dat er verschillende genetische varianten in het DNA van een Standardbred zichtbaar zijn om te kunnen onderscheiden of deze een draver of een pacer is, te zien aan mutaties van het gen DMRT3, met dit gen kunnen ze in het DNA voor 99% vaststellen of een paard aanleg heeft voor alternatieve gangen. Deze genmutatie is ook te vinden bij het Paso Fino ras (bron https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6555539/)

Soms zie je een draver in de koers een laterale taktfout maken richting telgang, hiervan zeggen we in de volksmond dat hij ‘in de pace gaat’ (spreek uit als pees, maar dit heeft dus niks met zijn pezen te maken)
Telgang kan alleen correct uitgevoerd worden op een hoog tempo, is het tempo te laag, dan komen we alweer in die laterale schweinepass.
Schweinepass wordt getoond bij disbalans, spanning, ongemak of pijn waardoor de rug en schoft wordt weggedrukt, hierdoor komt er zoveel spanning in de rug en het kruis dat het paard lateraal gaat en daarbij de benen aan de linkerzijde tegelijk naar voren plaatst en rechts voor en achter naar achteren plaatst.

Daarnaast heb je natuurlijk ook nog tolt, maar waar tolt een viertakt is, is schweinepass een tweetakt. Het verschil tussen tolt en schweinepass is ook duidelijk te herkennen aan het zweefmoment, of het ontbreken daarvan. Schweinepass is namelijk vlak zonder zweefmoment, terwijl de tolt meer beweging heeft en wel dat zweefmoment heeft.

Wat te doen als je paard een alternatieve gang laat zien?
Wat belangrijk is, is dat je gaat onderzoeken waarom je paard dit vertoont, wanneer en wat je voelt/ziet. Vaak is er namelijk een oorzaak te vinden voor deze alternatieve gang/schweinepass, dit kan zijn;

  • een slecht passend zadel
  • een verstoring in het bewegingsapparaat (blokkade/verstoorde spierspanning/restricties in de spieren/fascies)
  • onbalans van paard door hypermobiliteit of scheefheid
  • onbalans van de ruiter
  • een te sterkte teugelvoering en ruiterhand
  • pijn
  • nervositeit en spanning
  • angst en gebrek aan vertrouwen, willen vluchten

Wanneer je dit niet onderzoekt en je paard laat doormodderen in valse tussengangen, dan werkt dit zelfs blokkerend in het lichaam. Je kan het vergelijken als wanneer jij zelf je looppatroon aanpast en daarbij je bekken blokkeert, je rug vastzet met spanning en je gaat waggelen, dit hou je maar even vol en dan heb je inmiddels een zeurend lijf gekregen, dit werkt dus hetzelfde bij het foute looppatroon van je paard. En met het streven naar een “Happy Athlete” is dit natuurlijk niet wat we willen.
Wanneer je bovenstaande dingen hebt uitgesloten is het vervolgens belangrijk je te focussen op de drie basisgangen. Voordat je uberhaupt wil onderzoeken of je een meerganger hebt, zullen de basisgangen verbeterd moeten worden. In de meeste gevallen zal je paard dan niet eens meer een alternatieve gang willen aanbieden. Alle drie de gangen moeten op de gevraagde momenten met correctie takt getoond moeten worden in een houding die het paard aankan vanuit biomechanisch oogpunt, dus zonder druk of compensatie. Dit klinkt heel makkelijk, maar daar komt best wat bij kijken qua verticale en horizontale balans, impuls en takt.
Heb je de basisgangen goed bevestigd zonder rommelige momenten, huppeltjes of taktverlies? Dan zou je kunnen gaan onderzoeken of een alternatieve gang trainbaar is, dus in correcte takt met lossigheid en ritme op het gevraagde moment met je hulpen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Facebook
Instagram
YouTube